vrijdag 7 december 2012

Voor 'De Bijl'

Vorig jaar op deze dag overleed Harry Bijl, toen de voorzitter van Tegenkracht, stichting kanker en sport.

Ik herinner met de keer dat we op de racefiets zaten. Het waaide en het was koud. Het gele jackje tegen de regen klapperde om Harry's smal geworden schouders en zijn oude T-Mobile-fiets kraakte vervaarlijk onder hem. De wind was vol in het gezicht en Harry boog zich met gepaste inspanning tegen de wind in. Langs de dijk naar Purmerend.

Rustig trainen, dat zouden we doen. Voor Harry was rustig trainen wat anders dan voor mij. Harry had de zoveelste chemokuur gekregen voor de uitgezaaide niercelkanker waar hij zijn tanden in had gezet. Zijn nog chemo-grauwe gezicht viel nauwelijks op onder zijn witte helm.
'Na de chemo mag mijn hartslag niet veel hoger zijn dan 150, dus we leven ons lekker uit vandaag', zei Harry toen ik hem van huis haalde. Hij Lachte.

We fietsten 20 kilometer per uur. Maar, we fietsten. De snelheid was niet waar het om ging die dag. Het ging niet om de sprintjes; het ging niet om de prijzen; het ging om goed herstellen, om zijn hoofd vrij maken van kanker; het ging om menselijke waardigheid. Harry peperde het me keer op keer in! Op het moment dat je niet meer beter kan worden, hoe graag je dat ook wil en hoe hard je ook blijft geloven in een wonder, op dat moment, gaat het om de kwaliteit van leven.

Daar knokte Harry voor, daar staat Harry voor, daarvoor staat Harry op de barricades. Harry is er niet meer, en we missen hem elke dag.

Tegenkracht beweegt, we gaan vooruit, het waait. De Tegenkracht die Harry in persoon was, die hij heeft doorgegeven, die voelden we allemaal. Harry heeft juist in deze week, de week die vorig jaar zijn laatste was, omgekeken. De Hand die we op zijn rug hadden tijdens het beklimmen van de Alpe d'Huez, die hand lag deze week op onze schouders. We weten het allemaal.

Een aantal weken voor zijn dood sprak Harry voor een groep vrienden en donateurs van Tegenkracht. Rake woorden, die aangeven waar het om gaat. Natuurlijk moeten we beter worden, moet er onderzoek zijn, moet er inzet zijn, moeten we genezen. Maar de weg die we in dat proces bewandelen moet er een zijn van menselijke waardigheid.

De eigen regie is niet zomaar een loze technische kreet maar meer dan wat ook een uiting van kwaliteit van leven en menselijke waardigheid. Het is het verschil tussen buigen voor een vijand of hem als een gelijkwaardige recht in de ogen kijken en zeggen: mijn lichaam is ziek maar mijn geest is vrij. Het is het verschil tussen een willoos slachtoffer, en een vrij mens met keuzes. Harry Bijl.

Fijn weekend.

Thomas

woensdag 28 november 2012

Sta op

Opstaan, wat is dat eigenlijk? Wanneer doe je het? Hoe vaak kun je het doen? Is opstaan enkel het moment dat je van liggen/zitten naar een staande positie gaat? Is één keer opstaan voldoende? Hoe lang moet je blijven opstaan? Is opstaan overdrachtelijk? Sta je op voor iemand in de bus? Sta je op uit eerbied, uit respect? Hoe werkt opstaan eigenlijk? Wanneer mag je weer gaan zitten?

Zo maar een paar vragen die vanmorgen door mijn hoofd schoten. Natuurlijk, opstaan doe je als het goed is elke dag. Dekens van je af, schrikken dat het nog koud en vroeg is, douchen, tanden poetsen, kleren aan, dat soort werk. Toch geloof ik dat het hier over een ander opstaan moet gaan.

Opstaan tegen kanker, dat is wat we vanavond gaan doen. Maar hoe werkt dat opstaan eigenlijk? Wanneer mag je weer gaan zitten? Als kanker niet meer bestaat? Als er geen mensen meer dood gaan? Als alle behandelingen slagen? Waarom blijven we niet gewoon staan?

Opstaan, tja, kun je je dan ook verslapen? Ik denk van wel. Je hebt je verslapen als je vandaag pas opstaat tegen kanker. Niet dat het te laat is om op te staan, maar dat je kostbare tijd hebt gemist is zeker. Tijd waarin de behandelingen beter zijn geworden; tijd waarin er steeds meer mensen beter worden; tijd waarin artsen en onderzoekers hun stinkende best hebben gedaan om meer te genezen; tijd waarin verpleegkundigen gezorgd hebben voor de zieken; tijd waarin steeds meer kankerpatiënten kiezen om de regie in eigen hand te houden; tijd waarin mensen kanker als een gelijkwaardige vijand in de ogen zijn gaan kijken.

Toch is opstaan tegen iets gek. 'Op' en 'tegen' lijken tegengestelde zaken. waarom staan we niet 'vóór'? Ergens vóór staan in de zin van een barricade. Ergens vóór staan als onneembare vesting.

En als je wekker nu pas afgaat. Sta dan op voor kwaliteit van leven. Sta dan op voor de inloophuizen. Sta op voor voor psycho-sociale hulp en sta op voor een goed gesprek. Sta op voor sportieve revalidatie!

Opstaan is goed, opstaan is fantastisch. Maar blijven staan is beter! Sta!

Sta vóór kanker! Sta ervoor met je ogen op gelijke hoogte. Sta voor kanker met je medische kennis. Sta voor kanker met je knaken. Sta voor kanker met een strijdbijl. Sta voor kanker met een zachte hand van zorg. Sta voor kanker met sport en een gezonde leefstijl. Sta voor de kankerpatienten van nú!

Per jaar krijgen 95.000 mensen kanker. Natuurlijk zijn dat er 95.000 te veel. 22.500 van deze kankerpatienten geeft aan tijdens de behandelingen te willen (blijven) sporten/revalideren en de rest van hen wil na de behandeling sportief werken aan kwaliteit van leven.

Voor al deze 95.000 mensen sta ik. Mijn rug recht, mijn fiets onder mijn kont; mijn hardloopschoenen onder de voeten; in mijn werk. Ik sta voor kanker.

Sportieve groeten,

Thomas Zijlma

dinsdag 20 november 2012

Livestrong

Waarde lezers,

Dat Lance met zijn grijpgrage tengeltjes in de snoeppot heeft gezeten, moet hij weten. Zijn overwinningsdrang en zucht naar altijd en in alles de beste willen zijn, heeft hem de das om gedaan.

Toch moeten we, en ik helemaal, een paar dingen niet vergeten. Want dat hij in heel veel dingen altijd de beste is geweest, staat als een paal boven water. Wat je daarvan vindt, dat mag je zelf invullen, of dat nou keihard fietsen, doping gebruiken, het maskeren daarvan óf de manier van strijden tegen kanker is.

Dat eerste en dat laatste zijn wat mij betreft de dingen die overblijven. Zijn sportprestaties zal ik altijd onthouden; de uren dat ik met mijn familie aan de buis gekluisterd zat toen Lance de Tour won; de rillingen die over mijn rug trokken toen hij met zijn stuur in het gele tasje van die toeschouwer haakte; die keer dat hij na de val van Beloki een stuk door het knollenveld manouvreerde.

Zijn boek inspireerde mij. Zijn boek zorgde ervoor dat ik de racefiets die ik bij het grof vuil vond mee naar huis nam. Zijn boek zorgde ervoor dat ik nooit meer van mijn fiets afstapte.

'Door de pijngrens' inspireerde heel veel mensen. Het zorgde ervoor dat velen nu anders tegen kanker aan kijken; dat er anders over gesproken wordt. Mensen schrijven boeken over hun strijd met en tegen kanker. Kanker is bespreekbaar. En terecht.

Toen ik gister onderstaand cadeau kreeg, bedacht ik het me weer. Het feit dat lance de boel bedonderd heeft, kan me niet schelen. Het weegt op tegen al het goeds dat hij gebracht heeft. Uiteindelijk heeft hij er zelfs voor gezorgd dat de Sport er schoner uit komt.

Het stuk 'teweegbrengen' dat Lance gedaan heeft staat in geen verhouding tot de rest van wat hij uitgespookt heeft. Lance heeft een grote middelvinger opgestoken naar kanker en heeft andere mensen aangestoken om dat ook te doen.

Ik doe graag met Lance mee. Als jij dat ook wil doen?

Hartelijke groeten,

Thomas




donderdag 15 november 2012

Omdat het Leuk, Goed en Nodig is.

Waarde lezers,

Een tijd geleden is het dat ik een blog schreef over trainen, sporten en de waarde die, sporten voor een ander, heeft. Nu besef ik pas hoe leuk, hoe goed en hoe belangrijk dat is.

Leuk is het om jezelf te tarten; te trainen tot je benen in de fik staan; te trainen tot het zuur je door de oren naar buiten gespoten komt; je benen op een neer te laten gaan tot je longen en hart zeggen dat het genoeg is.

Goed is het om erover te schrijven. Ik leg mijn belevenissen vast in een document dat voor anderen misschien wel waarde heeft. En heeft het geen waarde voor anderen? Dan Heeft het dat wel voor mezelf. Ik boekstaaf mijn eigen vorderingen en beleef de training nog een keer. Niet met de benen en het lijf, maar in de geest.

Nodig is het omdat er nog steeds veel te veel kankerpatiënten zijn die in hun sporthemd staan. Zo weinig is er geregeld voor hen die een zware behandeling krijgen en tijdens die zware tijd iets aan hun sport willen doen.
Ik hoor het elke dag! Ik weet het uit eigen ervaring.

Een piepklein krakkemikkig hometrainertje kon ik krijgen toen ik elf jaar geleden mijn behandelingen kreeg. Maar begeleiding daarbij? dat was er niet.
Gelukkig is er veel veranderd, maar structureel is het nog niet laat staan dat het toegankelijk is. Hier loop ik voor!

Ik haat lopen... het doet me pijn aan al mijn botten; het gaat me niet hard genoeg en ik ga steenkapot, maar omdat ik het niet voor mezelf doe, kan het me niet schelen en vind ik het prachtig.

Ik wil dit!

Goeie groet,

Thomas