woensdag 9 januari 2013

Blijf met je poten van hem af!

We kenden elkaar echt niet goed, maar leuk was het meteen! Hij kocht mooie racefietsspulletjes in de winkel waar ik werk, ik vertelde in het café waar hij werkt mijn verhaal over kanker en waarom ik op de fiets gestapt ben. If you scratch my back; i'll scratch yours. Simpel.

Daarna dronken we een biertje, kletsten we stoere verhalen over fietsen weg en kwamen erachter dat wij een gezamenlijke goede vriend hadden. Vermoedelijk verbaasde hij zich verder over het feit dat er zulke kleine en lichte mannetjes als ik (toen) bestonden en ik keek af en toe naar zijn imposante verschijning. Niet dat hij dik is, zeker niet, maar meer een formaat van een flinke boom die een orkaan prima zonder bladverlies zou moeten kunnen doorstaan. Zo'n type.

Verder fietsten we daarna elke maandag met elkaar, kwam ik elke week in zijn café wat drinken, hielp hij me met klussen, kwamen we bij elkaar eten en praatten over onze geliefdes. Of dat nou onze fietsen waren of onze vrouwen, laten we even in het midden. Oh ja, ik kan me ook nog herinneren dat we met z'n tweeën naar Frankrijk reden; daar op een bewuste donderdag in 2010 zes keer op één dag de Alpe d'Huez opfietsten; hij de bijnaam 'grillmeister' verwierf; we elkaar aankeken en zeiden dat het leven zo ontzettend mooi was, en we weer terug naar huis gingen. Kortom een degelijke mannenvriendschap als je het mij vraagt.

Tot afgelopen vrijdag. Toen was hij niet thuis. Hij wilde mijn oplader lenen en als ik die in het ziekenhuis gebracht had, zou het vertellen waarom ik hem daar moest komen brengen. Ik hoorde ook nog iets met 'tumor', 'bloedprop', 'kanker' en 'maar het komt wel goed'...

Die avond zat ik in het ziekenhuis. De orkaan was langs gekomen en de boom leek omgewaaid. Althans de takken zwiepten vervaarlijk. Nu hoef ik niet in het bed, nu krijg ik de naalden niet, nu zijn de meewarige blikken niet voor mij. Nu kijk ik toe, nu zie ik hoe hij worstelt, nu ervaar ik de verslagenheid en merk ik hoe het is om niets te kunnen doen.

Toch wil ik me bij dat laatste niet neerleggen. Ik wil en kan niet niks doen. Ik wil en kan niet enkel toekijken.

Ik had het godbetert liever niet gedaan, helemaal niet met deze reden, maar zondag ren ik. Zondag ren ik me kapot, zonder morren, zonder gezeik en zonder klagen. Want oh, wat haat ik dat hardlopen inmiddels. Maar jongen, die verdomde kanker haat ik zo veel meer! Blijf met je poten van mijn vrienden af!

Zondag loop ik 21,1km door de duinen van Egmond. Elke stap is raak, elke stap is met gevoel, en elke stap is om voor mijn vriend niet niks te doen en toe te kijken.

Mijn actie moet 800 Euro opbrengen omdat ik wil dat er voor mijn vriend een Sportplan op maat van Tegenkracht gaat komen. Tijdens je behandelingen verantwoord en constructief trainen, want In juni is hij beter en moet hij zijn wens in vervulling zien gaan. Sterker nog, hij moet zijn eigen wens in vervulling brengen! Na acht bergen van chemotherapie moet hij bovenop zijn eigen berg aankomen: Alpe d'Huez. desnoods maar één keer.

Ik vraag jullie uit de grond van mijn hart daaraan mee te helpen en te doneren.

Vriend, ik hou van jou!

Thomas Zijlma