In de nacht van woensdag (23-4) op donderdag reisden, Peter, Tamas en Daniel samen met mij af naar het zonnige zuiden van Frankrijk. Zonnig was het inderdaad; 25 graden en een strakblauwe hemel moesten deze trainingsdagen tot hoogtepunt van het trainen gaan brengen. Donderdag aangekomen om half 9 moest er eerst nog even geslapen worden alvorens de eerste kennismaking met 'het monster' de Alpe D'Huez. Een nacht doortrekken in een auto doet geen wonderen aan de benen dus eerst maar rusten. Na een goed ontbijt, warme zonnenstralen en de bemoedigende woorden van mijn vrienden was ik klaar voor de eerste rit. Op een licht verzetje moest de eerste keer een verkenningsrit worden... 'wat is dat ding stijl en ver zeg' dacht ik al na de eerste meters. Toch mocht ik niet klagen want de 13km werden verreden in 1 uur en 13 minuten.
De tweede dag was het strijdplan om eerst de Col D'Ornon te gaan beklimmen en 's middags nog eens de Alpe op te rijden. De Col D'Ornon is aan de andere kant van het zonovergoten dal waarin Bourg D'Oisans gelegen is en de weg kronkelt zich op een iets vriendelijker manier naar boven. Door het bos en over kale bergvlakten vlogen mijn benen rond als een 'koffiemolen'; ik voelde me een echte wielrenner. 's Middags was het weer tijd voor Alpe D'Huez en al snel voelde ik dat de benen een stuk beter waren en dat ik beter gewend was aan de hoogte. Het plan om samen met mijn vriend Tamas omhoog te rijden liet ik al snel varen omdat ik merkte dat verbetering van mijn tijd goed mogelijk was. Weer 'op het gemak' reed ik nu 1.08 uur! Het terras lonkte weer naar ons na de gedane trainingsarbeid en in gedachten was ik al bezig met de vier beklimmingen van de Alpe die ik mij ten doel had gesteld op de dag daarna.
Zaterdag 27 april wilde ik vier keer omhoog rijden. Goed voorbereid maar toch een beetje gespannen over de haalbaarheid van mijn wederom waanzinnige plan stapte ik om half 11 op voor 1 van 4. Het waanzinnige plan bleek echter heel erg goed haalbaar te zijn. De eerste beklimming ging in 1.10uur maar ik merkte dat ik toch niet helemaal hersteld was van de tochten van de dagen ervoor, maar dat mocht de pret (pijn) niet drukken. De tweede en derde beklimming gingen in 1.15uur waarbij de derde keer me veel moeite kostte. Het lijf was vermoeid van de vorige beklimmingen en de kop zat een beetje achterstevoren op mijn romp. 'Waar ben ik in Gods naam mee bezig, spoor ik wel, waar is het allemaal goed voor?'. De vierde beklimming ging dan wel nog iets langzamer (1.20uur) maar het hoofd was weer goed. Ik was er uit: 'Ik ben inderdaad niet goed snik om bij wijze van training vier keer een helleberg op te rijden'. Toch was deze gedachte niet de gedachte die de boventoon voerde want ja, ik mag dan wel gek zijn, maar het staat niet in verhouding toch wat een kankerpatient moet doorstaan op dagen dat hij aan het kuren is.
Dat ik gek ben werd andermaal bevestigd toen er tijdens mijn vierde beklimming een snelle fransman naast me kwam rijden die vroeg of het wel met me ging. Ik had namelijk niet echt meer het uiterlijk van een jonge god. Het was meer het gezicht van een mijnwerker die na vier dagen weer eens boven de grond komt. Ik zei, naar alle eerlijkheid, dat het wel ging maar het dat ik het wat zwaar had omdat het al mijn vierde beklimming was van die dag. De fransman viel van verbazing bijna van zijn fiets! Ook hij vroeg of ik gek was en waar ik wel niet mee bezig was. Mijn Frans was op dat moment niet al te best meer, maar de boodschap is (volgens mij) wel ongeveer overgekomen. Echt hard ging het de laatste keer niet meer maar de fransman reed met een diepe buiging en groot ontzag van mij weg.
De laatste koersdag ben ik alleen op pad gegaan. Ik kon de Alpe D'huez even niet meer zien ondanks het feit dat ik wel een goede vriendschap haar 21 bochten heb gesloten. Daniel is in een monsterlijke 57 minuten die middag omhoog gereden en ik ben een 64km lange tocht gaan maken naar La Berarde, een piepklein dorpje dat ingesloten ligt tussen hoge bergen. Met toch wat pijn en zuur in de benen kon het feest weer beginnen. Het moest een glooiende klim worden maar de stukken van 14% waren toch weer van de partij. Uiteindelijk was het doel behaald; tussen de smeltende sneeuwhopen en over de weg stromende riviertjes werd het dorpje bereikt op een hoogte van 1650 meter. Prachtig!
Dit was een ervaring om nooit meer te vergeten en buiten dat was het erg leerzaam. Snelheden van 75km per uur haal je doorgaans in Nederland niet en dus is het goed dat ik daar al kennis mee gemaakt heb.
6 keer deze magistrale berg beklimmen in juni moet zeker lukken... en dan maar zien of 7 en 8 er ook nog uit te persen zijn.
Hartelijke groet,
Thomas Zijlma
www.alpe-dhuzes.nl